Wat
is het?
De urineblaas is een hol orgaan dat
de urine verzamelt die in de nieren
wordt geproduceerd. De verzamelde
urine wordt vervolgens op een
gewenst moment uitgeplast. Een volle
blaas kan gemiddeld ongeveer 350
milliliter urine bevatten. De urine
komt de blaas in via de urineleiders
(ureters, vanuit de nieren) en gaat
de blaas uit via de plasbuis (de
urethra). De beide urineleiders
komen aan weerszijden van de blaas
binnen. Ze komen schuin de blaas
binnen. Zodra de blaas voller wordt,
worden de inmondingen van
urineleiders iets plat gedrukt zodat
urine niet van de blaas kan
terugstromen naar de nieren.
Waar ligt de
blaas?
De blaas ligt oppervlakkig, laag in
de buik, maar ligt niet in de buikholte
zelf. Het is mogelijk om operatief
de blaas te bereiken zonder de
buikholte zelf te openen. Vlak in de
buurt van de blaas loopt bij de man
de endeldarm (vlak achter de blaas)
en onder de blaas ligt, om de
plasbuis heen, de prostaat. Bij de
vrouw ligt de baarmoeder tussen de
blaas en endeldarm in.
Hoe
werkt de blaas?
De blaas is opgebouwd uit bundels
glad spierweefsel die in
verschillende richtingen lopen.
Wanneer de blaaswand door vulling
met urine wordt geprikkeld gaat er
een signaal naar het parasympatisch
zenuwstelsel. Op basis van deze
prikkel wordt de blaas geleegd.
Voordat dit gebeurt moeten nog twee
'spierpoortjes' gepasseerd worden:
de interne sfincter die onder
controle staat van het niet door de
wil beïnvloedbare autonome
zenuwstelsel. En de externe sfincter
die wel bewust kan worden
dichtgehouden. Zodra de blaas te vol
dreigt te worden zal ook de controle
over de externe sfincter niet meer
te handhaven zijn en wordt de urine
uitgeplast. Wanneer de sfincters
niet meer goed werken ontstaat
incontinentie.